Berichten

straat stad

Een ontmoeting, een herinnering – kort verhaal

Geleidelijk werd het drukker op straat. Het was vrijdagmiddag en het weekend zou bijna beginnen. Voor Sara was het al weekend! Ze was onderweg naar een bar twee straten verderop waar een vriendin ook naartoe zou gaan. Een stoplicht sprong op rood en de mensenmenigte waarin Sara liep stond stil.
straat stadZe zuchtte even toen ze dacht aan een gesprek met haar manager van deze ochtend. Hij had haar invalshoek voor de nieuw te bepalen strategie niet begrepen, terwijl zij deze zo graag wilde gaan inzetten. Het hele overleg was stroef verlopen. Er zal vast iets in de thuissituatie aan de hand zijn, dacht ze. Iets waar zij verder niets van wist, want zoveel bemoeide Sara zich niet met haar collega’s. Werk was werk. En weekend was weekend. Dat waren twee verschillende werelden. Haar frons verdween: het stoplicht sprong op groen. Op naar de bar!
Nadia Even verderop zag ze de bar al. Nog iets dichterbij zag ze dat Nadia er ook al zat. Ze zwaaide vrolijk. ‘Hoi Nadia!’ de dames begroetten elkaar en bestelden hun eerste drankje. De vrijdag inluiden met een drankje was een gebruik wat ze al hadden toen ze nog collega’s waren. Nu Sara was begonnen in een nieuwe baan elders, hadden ze deze gewoonte voortgezet. Nadat Sara opgewekt had uitgesproken ‘Hè lekker, weekend!’ begon Nadia enthousiast over een nieuw project waar zij aan was begonnen. Iets met een liefdadigheidsinstantie waarvoor Nadia op diverse manieren geld ging inzamelen. Sara luisterde aandachtig, maar de helft ging aan haar voorbij. Nadia was altijd al heel idealistisch geweest, iets wat Sara totaal niet deelde. Sara kon daarentegen enorm genieten van een heerlijk wijntje en van dat de zon weer scheen. In haar gedachten vormden de verhalen van Nadia over het nieuwe project een geheel met de rode kleur van de wijn en de zon die scheen. Het was een heerlijk begin van het weekend.
MetroSara liep de metro hal in. Het was tijd om naar huis te reizen. Het was nog druk in de hal! Al snel zag Sara waarom: er was flinke vertraging…op de lijn die zij ook moest hebben! Wat vervelend. 20 minuten wachten, minstens, terwijl ze normaal elke 5 minuten kon instappen. Ergens aan de zijkant van de hal ging ze op een bankje zitten dat nog vrij was. Al snel verzonk ze in alles wat haar smartphone aan entertainment te bieden had.

‘Mevrouw, mag ik iets vragen misschien?’ klonk er opeens naast haar. Sara keek op. Een man was naast haar gaan zitten. ‘Heeft u een vuurtje voor me?’ vroeg de man. ‘Nee helaas’ zei Sara ‘ik rook niet’. De man keek teleurgesteld, maar zei toen met een grijns ‘het is ook niet gezond he, roken. Ik zou ook moeten stoppen’ . De man bleef zitten daar waar Sara had verwacht dat hij verder zou zoeken naar een iemand die wel een aansteker bij zich zou hebben. Al was het verboden om te roken in de metrohal. Ze besloot dat ze hem dat in ieder geval ook zou zeggen. De man was haar echter voor met praten. ‘Weet je, ik woon hier nu al vier jaar, en het is een mooi land!’ Sara keek een beetje verbaasd, maar ach ja, waarom ook niet? Tijd voor een praatje had zij ook nu de metro vertraging had. ‘Klopt, ik vind dit ook een erg mooi land!’stad dromenDe man vertelde over hoe hij een paar jaar geleden gevlucht was. Dat hij uit Afghanistan kwam, maar dat het daar helaas niet veilig was. Ook was alles zo ongeveer wel vernield, er was simpelweg niets meer. Hij maakte nog een grapje over dat hij de broer was van een bekende terrorist, en Sara wist eigenlijk niet of ze nu wel of niet moest geloven dat dat inderdaad een grapje was. Ze kon de man maar moeilijk inschatten, behalve dat hij ook enkel maar wat tijdverdrijf zocht nu de metro vertraging had, meer niet. Ze begon het interessant te vinden waarover hij vertelde. Hij had zeker een talent voor vertellen! Heel beeldend en kleurrijk schetste hoe ooit zijn thuis eruit zag, voor de oorlog. Het klonk als een prachtige stad. Sara knikte instemmend en vroeg enthousiast ‘je zou er zeker snel weer naar terug willen he. Zo’n mooie omgeving!’ maar toen zei de man alleen maar:

‘Nou dat kan helaas niet, want door de oorlog is alles kapot. Er is niets meer.’ De man haalde verloren zijn schouders op. Er viel even een stilte.

Sara zei met een klein stemmetje ‘Oh ja, dat was ik even vergeten’ en ze kon zichzelf wel voor het hoofd slaan. Wat een stomme opmerking had ze gemaakt! ‘Gelukkig heb je nu hier een mooie stad gevonden…’ voegde ze eraan toe, hopend dat de man weer wat zou opklaren. De man snapte dat ze niet expres de opmerking had gemaakt. Ook hij glimlachte weer en antwoordde ‘inderdaad. Dit is een heel mooie stad.’ Sara zag dat haar metro aan zou komen. ‘Ik, ik moet helaas gaan. Mijn metro is er bijna.’ De man glimlachte en ze gaven elkaar een hand. ‘Fijne avond mevrouw!’ zei hij nog en liep de hal weer uit.
oorlog stad
Sara zat in de metro en dacht nog lang na over wat ze zonet had meegemaakt. Nog nooit had ze zomaar een gesprekje met een vreemde aangeknoopt! Niet op zo’n manier als zonet in ieder geval. Maar wat nog meer speelde was dat zijn verhaal haar had geraakt. De man was zijn thuis kwijtgeraakt en zou dit nooit meer terugkrijgen. De frons was weer terug op haar gezicht. Ze had het nog niet vaak meegemaakt dat ze in aanraking was gekomen met mensen wiens situatie haar persoonlijk raakten. Ze pakte haar telefoon om Nadia erover te schrijven.

Einde

Op mijn 20e zat ik op een trein te wachten op een groot station en kwam er een Afghaanse man naast mij zitten. Dit was het gesprek wat we voerden in grote lijnen en wat mij bij is gebleven, inclusief mijn domme opmerking. Wat mij tegenwoordig, nu 13 jaar later, echter frustreert en kan raken als ik hier nog aan terugdenk, is het besef dat er altijd oorlogen zullen zijn en mensen die hierdoor hun huis kwijtraken. Altijd zullen er vluchtelingen in de wereld zijn en wij, als inwoners van een vrij land, kunnen enkel een plek bieden aan deze mensen die op zoek zijn naar een beter leven. Ik denk dat het zelfs onze plicht is om dit te doen met alle mogelijkheden die we hebben. Want net zoals deze man, zou iedereen een nieuw thuis moeten kunnen krijgen, toch?